Nog steeds gaan mijn gedachten op een dag heel vaak uit naar jou., Liam Het maakt niet uit waarmee ik bezig ben, ontelbare keren denk ik gewoon aan jou. Als ik op het werk ben, is het misschien een of andere conversatie die me aan je doet denken. Een collega die bijvoorbeeld iets over zijn kindjes vertelt. Maar ook zonder enige aanleiding, als ik achter mijn scherm zit en aan het configureren ben, dwalen mijn gedachten af naar jou. Thuis heeft je zusje dan weer de gewoonte om met haar vingertje naar zowat alles te wijzen en leggen we dan uit wat dat voorwerp juist is. Waarschijnlijk voelt ze aan dat de foto’s die van jou aan de muur hangen heel speciaal zijn voor ons en haar vingertje gaat dan ook honderd keer op een dag naar jouw foto’s. Natuurlijk vertellen we dan telkens dat het jouw foto’s zijn, Liam, de foto’s van haar grote broer. Zo hoor je nog steeds bij ons gezin, en dat zal niet meer veranderen.
Dat je er steeds bijhoort betekent tegelijk ook dat je steeds gemist wordt. En ook dat jouw verlies nog altijd een hele grote impact heeft op mijn dagelijks leven. Dat ik nog altijd niet goed om kan met andere mensen, dat alles nog steeds die bittere nasmaak heeft. Als ik probeer te genieten van iets, komt er meteen ook in me op “maar Liam is er niet” en heb ik precies het recht niet meer om nog vrolijk te zijn. Een tijdje terug las ik een artikel dat over dit dubbele gevoel ging. De tip die werd gegeven was om af te stappen van dat woordje “maar” in de gedachte “maar Liam is er niet”. Ik mag het namelijk niet zien als een tegenstelling, er gebeurt iets goeds, maar omdat je er niet meer bent, zou dat dan in het niets verdwijnen. De truc zit er in om dat woordje “maar” te vervangen door “en”. In plaats van “maar Liam is er niet” moet het “en Liam is er niet” worden. In plaats van te denken: “Er speelt een leuk liedje op de radio waarvan ik vrolijk word MAAR ik mis je”, moet ik denken: “Er speelt een leuk liedje op de radio waarvan ik vrolijk word EN ik mis je”. Het lijkt maar een klein verschil, maar hoe meer ik dit probeer te doen, hoe beter ik er in word en ik telkens inzie hoeveel waarheid hierin schuilt. Jij bent er niet meer, en dat is natuurlijk vreselijk. Tegelijkertijd gebeuren er toch nog goede dingen in ons leven. En dat is oké, want het verdriet om jou en wat in ons leven gebeurt, gaan nu eenmaal hand in hand. Het is niet het een of het ander, ze gebeuren tegelijkertijd. Ik hoef dan ook niet te kiezen tussen vrolijk zijn en verdrietig zijn. Ik kan vrolijk zijn én tegelijkertijd verdrietig zijn dat je er niet bij bent.
Ondertussen weet ik maar al te goed dat ik regelmatig een momentje moet nemen om enkel met jou bezig te zijn, dat ik ergens een soort van rouwtijd in mijn agenda moet inbouwen. Dan laat ik me even helemaal verdrinken in het verdriet om jou. Deze momenten helpen me om de rest van de tijd jouw gemis onder controle te houden. Nu probeer ik dus ook om af en toe eens een echt genietmomentje in te plannen. Heel bewust eventjes iets doen waar ik zin in heb en daar dan ook echt van te proberen te genieten. Het zijn geen grootse dingen, het is meer een keer een lange warme douche, of een beetje Netflix met een warme chocolademelk . Ik laat ze mij letterlijk en figuurlijk verwarmen EN tegelijkertijd zit jij lekker ingeduffeld in mijn hart.