Mijn hart is volledig gevuld met liefde voor jou. Deze zin wordt op de een of andere manier vaak gebruikt in liedjes, films of boeken om de liefde die je voelt voor een andere persoon te omschrijven. Ik ga dit zeker niet tegenspreken, wanneer ik jou voor het eerst in mijn armen had, vulde dit inderdaad mijn hele hart, met zoveel meer liefde dan ik ooit verwacht had, zoveel meer dan ik ooit mogelijk achtte dat ik kon liefhebben. Jij bent aanwezig in mijn hart en zo zal je daar voor altijd een beetje verderleven, samen met mij.

Er is nog een andere plaats in mijn lichaam waar jij heel duidelijk aanwezig bent. Dat is in mijn hoofd. Ik denk constant aan jou. Van de seconde dat ik wakker word totdat ik in slaap val, zijn mijn gedachten bij jou. Er zijn drie verschillende soorten gedachten die steeds weer in mij opkomen. Er is het beeld van jou in mijn armen. De eerste keer dat ik je mooie gezichtje kon bewonderen net na je geboorte. Ik weet dat dit beeld me altijd zal bijblijven. Ik hoef hier ook helemaal mijn ogen niet voor te sluiten, ineens is het daar, wij met ons tweeën in het ziekenhuisbed. In het begin overweldigde dit beeld me, deed het me in tranen uitbarsten. Ondertussen, meer dan drie maand verder, ben ik hier zo aan gewoon dat ik het op een goede dag verwelkom, het geeft me het gevoel dicht bij jou te zijn. Op een slechte dag maakt het me nog steeds verdrietig. Het beeld van jou in mijn armen flitst ontelbaar veel keer per dag door mijn hoofd.

Verder zijn er van die momenten dat ik me inbeeld dat jij er nog bent. Het gebeurt niet bewust, en het kan gebeuren op elk moment van de dag, waar ik ook ben en wat ik ook aan het doen ben, jij bent er op dat moment gewoon bij. Als ik een wandelingetje maak, dan denk ik er ineens jouw buggy bij. Zie ik een kindje in de supermarkt, dan ben jij dat ineens, ook al is het jongetje al een paar jaar oud, wat geen steek houdt want jij zou nog maar drie maand zijn. Maar in deze fantasiewereld bestaat er geen logica. Het is een ander universum waar wij nog steeds tesamen bestaan, nu, in het verleden of in de toekomst. Hoewel het verblijf in deze fantasiewereld heel aangenaam kan zijn, zou ik hier liever niet meer naartoe gaan. De terugkomst in de échte wereld is te pijnlijk, terugkeren naar een wereld zonder jou een kwelling. Al deze fantasiegedachten van wat er had kunnen zijn, zou ik liever kunnen afzetten.

En dan is er nog een laatste simpele gedachte die steeds door mijn hoofd gaat. En dat is jouw naam. Liam. Ik ben bijvoorbeeld een nieuw recept aan het uitproberen. Liam. Een beetje olie in een pan verhitten. Liam. Een ui in kleine stukjes snijden. Liam. Ook een teentje look toevoegen. Liam.

Het is vaak moeilijk om mij op iets anders te concentreren. Gesprekken kan ik niet volledig volgen, want na een paar zinnen gaat mijn hoofd weer volledig naar jou. Een filmpje kijken kost moeite want ik mis teveel details die belangrijk zijn om het verhaal te volgen. Er is gewoon niet veel ruimte in mijn hoofd om extra informatie te verwerken of op te slaan. Mijn hoofd is steeds gevuld met gedachten aan jou. Liam.