Lang geleden, jaren voordat ik zelfs maar je papa heb leren kennen, ben ik met mijn toenmalige huisgenoten in Brussel mee naar een Japans restaurant gegaan. Het restaurant was gespecialiseerd in sushi. Ik had het nog nooit eerder gegeten en ik was er meteen fan van. Over de jaren heen ging ik dan ook altijd met plezier mee met vrienden om sushi te eten. De sushi was helemaal mijn ding, het eten met stokjes daarentegen steeds een avontuur.
Toen je papa en ik getrouwd zijn, voelden we ons klaar om een kindje in ons gezin te verwelkomen. Elke maand was het spannend afwachten of het zover was. Om mij voor te bereiden op een eventuele zwangerschap, informeerde ik mij over wat ik wel en niet mocht eten. Sushi wordt afgeraden omdat de vis niet gekookt is. Elke maand was er de hoop dat er een wondertje in mijn buik aan het groeien was, en met plezier liet ik de sushi voor wat het was. De dag dat mijn lichaam bevestigde dat er geen baby’tje gevormd was, gingen we ’s avonds sushi eten. Het verzachtte de teleurstelling. En zo begon mijn haat-liefde relatie voor sushi. Blij om het weer te kunnen eten, omdat het zo lekker is, maar kwaad omdat ik het veel liever niet zou mogen eten, omdat ik dan eindelijk zwanger zou zijn.
Bijna een jaar ging dit zo door, hoop gevolgd door teleurstelling, geen sushi gevolgd door toch wel weer sushi. Op vakantie in de Verenigde Staten kwam dan eindelijk die positieve test, geen sushi meer! We konden ons geluk niet op, oh zo blij dat ik de volgende maanden geen sushi meer mocht eten om het baby’tje in mijn buik te beschermen. Maar een aantal weken later liep het mis. Onze droom was kapot. Terug naar af, opnieuw naar ons favoriete sushi-restaurant.
Enkele maanden daarop gingen we bij vrienden thuis eten. Ze gingen sushi afhalen. Maar raad eens wie er op dat moment in mijn buik zat, Liam? Inderdaad, jij had je gezellig in mij genesteld en was rustig aan het groeien. Je papa en ikzelf wisten zelf nog maar twee weken dat jij er was. Wij bestelden dan ook noedels in de plaats, en zo, zelfs zonder dat er woorden voor nodig waren, hadden onze vrienden meteen door dat ik opnieuw zwanger was. Iedereen was zo blij voor ons.
In de daaropvolgende maanden groeide jij mooi verder. De dokter bevestigde telkens dat alles vlot verliep. De schrik om ook jou te verliezen nam met elke echo af. Al je orgaantjes waren gevormd, je vingertjes en teentjes hadden we samen op de monitor geteld. We konden je komst voorbereiden. Je kamertje hebben we opnieuw geverfd, je meubeltjes hebben we in elkaar gevezen. En ik had het plan om de dag dat we met jou gingen thuiskomen een feestmenu te bestellen. Niets leek me beter gepast dan om jouw komst te vieren met lekkere sushi.
Maar toen liep het toch nog mis. We kwamen niet thuis met jou. We hadden enkel een doos bij met daarin jouw foto’s en afdrukjes van je handjes en voetjes. Een feestmenu was niet meer aan de orde. Er viel helemaal niets te vieren.
Het heeft daarna nog weken geduurd voor ik het aankon nog eens sushi te bestellen. En ja, het was lekker, maar de pijn en de teleurstelling, die kon het niet verzachten.